|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 7 8 9 10 11 18
Er zijn 25 woorden beginnend met INCIINCI incideer incideerde incideerden incideert incident incidenteel incidenten incidentenpolitiek incidentie incidenties incidentje incidentjes incideren inciderend inciderende incisie incisief incisies incisietje incisietjes incisieven inciviek incivieken incivisme 35 definities gevonden- INCI — n. (Cosmetica) International Nomenclature of Cosmetic Ingredients.
- incideer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. Gebiedende wijs van incideren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren.
- incideerde — w. Enkelvoud verleden tijd van incideren.
- incideerden — w. Meervoud verleden tijd van incideren.
- incideert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van incideren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van incideren.
- incident — n. Een opschudding verwekkend voorval. — n. Vervelende gebeurtenis, ongeval. — n. (Juridisch) twistpunt naast het hoofdgeschil in een geding [1].
- incidenteel — bijv. Niet stelselmatig voorkomend.
- incidenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incidentenpolitiek — n. (Politiek) politiek die gericht is op het oplossen van een…
- incidentie — n. Het voorkomen. — n. (Medisch) het aantal nieuwe gevallen van een ziekte per tijdseenheid…
- incidenties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incidentie.
- incidentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incidentjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord incident.
- incideren — w. Overgankelijk insnijden.
- inciderend — w. Onvoltooid deelwoord van incideren.
- inciderende — w. Verbogen vorm van inciderend, het onvoltooid deelwoord van incideren.
- incisie — n. (Medisch) insnijding.
- incisief — n. Snijtand. — bijv. (Medisch) snijdend, insnijdend, bijtend, scherp.
- incisies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incisie.
- incisietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord incisie.
- incisietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord incisie.
- incisieven — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord incisief.
- inciviek — n. Iemand die door gedrag en opvattingen niet langer als betrouwbaar… — bijv. Politiek onbetrouwbaar, in het bijzonder: blijk gevend van… — bijv. (Figuurlijk) buitengewoon onmaatschappelijk.
- incivieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inciviek.
- incivisme — n. Met gebrek aan fatsoenlijk, burgerlijk gedrag.
Zie deze lijst voor:
| |