Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 13
Er zijn 25 woorden beginnend met INWOinwoei inwoeien inwogen inwon inwonen inwonend inwonende inwoner inwoners inwonertal inwonertallen inwonertje inwonertjes inwoning inwoningen inwonnen inwoog inwoon inwoonde inwoonden inwoonster inwoonsters inwoont inworp inworpen 29 definities gevonden- inwoei — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwaaien.
- inwoeien — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwaaien.
- inwogen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwegen.
- inwon — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwinnen.
- inwonen — w. Onovergankelijk iemands anders huis medebewonen.
- inwonend — w. Onvoltooid deelwoord van inwonen. — bijv. In hetzelfde huis wonend.
- inwonende — w. Verbogen vorm van inwonend, het onvoltooid deelwoord van inwonen.
- inwoner — n. Persoon die in een bepaalde plaats of een bepaald land woont.
- inwoners — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwoner.
- inwonertal — n. (Demografie) het aantal inwoners in een bepaald gebied.
- inwonertallen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwonertal.
- inwonertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord inwoner.
- inwonertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord inwoner.
- inwoning — n. Het wonen in een huis dat het tehuis van anderen is.
- inwoningen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwoning.
- inwonnen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwinnen.
- inwoog — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwegen.
- inwoon — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwonen.
- inwoonde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwonen.
- inwoonden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwonen.
- inwoonster — n. Vrouw die in een bepaald gebied woont.
- inwoonsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwoonster.
- inwoont — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwonen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwonen.
- inworp — n. (Economie) betalen door een munt in een automaat te werpen. — n. (Sport) met de handen de bal weer in het spel brengen. — n. In het algemeen iets in iets anders werpen.
- inworpen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inworp.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 19 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 3 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|