|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 16 18
Er zijn 19 woorden beginnend met INWERinwerk inwerken inwerkend inwerkende inwerking inwerkingen in␣werking␣stellen inwerkingtreding inwerkingtredingen inwerkt inwerkte inwerkten inwerp inwerpen inwerpend inwerpende inwerper inwerpers inwerpt 26 definities gevonden- inwerk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerken.
- inwerken — w. Uitwerking hebben, invloed hebben. — w. Overgankelijk in een materie thuis laten worden. — w. Overgankelijk al werkend aanbrengen.
- inwerkend — w. Onvoltooid deelwoord van inwerken.
- inwerkende — w. Verbogen vorm van inwerkend, het onvoltooid deelwoord van inwerken.
- inwerking — n. Het inwerken.
- inwerkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwerking.
- in␣werking␣stellen — w. Overgankelijk in functionerende toestand brengen. — w. Overgankelijk (juridisch) van kracht laten worden.
- inwerkingtreding — n. Het inwerking treden (van kracht worden).
- inwerkingtredingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwerkingtreding.
- inwerkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerken.
- inwerkte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van inwerken.
- inwerkten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van inwerken.
- inwerp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerpen.
- inwerpen — w. Overgankelijk met een worp iets ergens inbrengen. — w. Overgankelijk door iets te werpen stuk maken. — w. Overgankelijk (sport) met een worp weer in het spel brengen.
- inwerpend — w. Onvoltooid deelwoord van inwerpen.
- inwerpende — w. Verbogen vorm van inwerpend, het onvoltooid deelwoord van inwerpen.
- inwerper — n. (Sport) iemand die de bal door gooien weer in het spel brengt bij voetbal.
- inwerpers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord inwerper.
- inwerpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inwerpen.
| |