|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de achtste letter te kiezen
Klik om de zevende letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 9 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 22 woorden beginnend met INSTITUinstitueer institueerde institueerden institueert institueren instituerend instituerende instituten instituteur instituteurs instituteurtje instituteurtjes institutie instituties institutioneel institutrice institutrices institutricetje institutricetjes instituut instituutje instituutjes 26 definities gevonden- institueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren. — w. Gebiedende wijs van institueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren.
- institueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van institueren.
- institueerden — w. Meervoud verleden tijd van institueren.
- institueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van institueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van institueren.
- institueren — w. Overgankelijk instellen, stichten.
- instituerend — w. Onvoltooid deelwoord van institueren.
- instituerende — w. Verbogen vorm van instituerend, het onvoltooid deelwoord van institueren.
- instituten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord instituut.
- instituteur — n. (Beroep) kostschoolhouder.
- instituteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord instituteur.
- instituteurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord instituteur.
- instituteurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord instituteur.
- institutie — n. (Maatschappij) staatsrechtelijke of burgerlijke organisatie.
- instituties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord institutie.
- institutioneel — bijv. Voortkomend uit de processen, het beleid en de regels (geschreven…
- institutrice — n. (Beroep) vrouwelijke vorm van instituteur.
- institutrices — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord institutrice.
- institutricetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord institutrice.
- institutricetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord institutrice.
- instituut — n. (Maatschappij) instelling [1] voor onderzoek, onderwijs, verpleging e.d.
- instituutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord instituut.
- instituutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord instituut.
Zie deze lijst voor:
| |