Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10
Er zijn 20 woorden beginnend met JOUWjouw —— jouwe jouws jouwt —— jouwde jouwen jouwer jouw␣na —— jouwden jouwend jouwt␣na jouw␣uit —— jouwde␣na jouwende jouwen␣na jouwt␣uit —— jouwden␣na jouwde␣uit jouwen␣uit —— jouwden␣uit 39 definities gevonden- jouw — voorn. (Informeel) van jou. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouwen. — w. Gebiedende wijs van jouwen.
- jouwe — voorn. Zelfstandige vorm van jouwe, tweede persoon enkelvoud informeel. — n. Zelfstandig gebruikt bezittelijk voornaamwoord: een persoon…
- jouws — voorn. (Verouderd) genitief van jij en je. — voorn. (Verouderd) genitief m (van) jouw. — voorn. (Verouderd) genitief o (van) jouw.
- jouwt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van jouwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van jouwen.
- jouwde — w. Enkelvoud verleden tijd van jouwen.
- jouwen — w. Inergatief luidkeels van afkeuring en minachting blijk geven. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord jouw. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord jouwe.
- jouwer — voorn. (Verouderd) genitief van jij en je. — voorn. (Verouderd) genitief v (van) jouw. — voorn. (Verouderd) genitief mv (van) jouw.
- jouw␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van najouwen. — w. Gebiedende wijs van najouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van najouwen.
- jouwden — w. Meervoud verleden tijd van jouwen.
- jouwend — w. Onvoltooid deelwoord van jouwen.
- jouwt␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van najouwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van najouwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van najouwen.
- jouw␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen. — w. Gebiedende wijs van uitjouwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen.
- jouwde␣na — w. Enkelvoud verleden tijd van najouwen.
- jouwende — w. Verbogen vorm van jouwend, het onvoltooid deelwoord van jouwen.
- jouwen␣na — w. Meervoud tegenwoordige tijd van najouwen.
- jouwt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitjouwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitjouwen.
- jouwden␣na — w. Meervoud verleden tijd van najouwen.
- jouwde␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitjouwen.
- jouwen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitjouwen.
- jouwden␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitjouwen.
|