Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de vijfde letter te kiezen

Klik om de vierde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  15

Er zijn 25 woorden beginnend met JUIC

juich  juichen  juichend  juichende  juichens  juichen␣toe  juichkreet  juichkreetje  juichkreetjes  juichkreten  juichpak  juichpakje  juichpakjes  juichpakken  juichstemming  juichstemmingen  juicht  juichte  juichten  juichten␣toe  juichte␣toe  juich␣toe  juichtonen  juichtoon  juicht␣toe

34 definities gevonden

• juich — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juichen. — w. Gebiedende wijs van juichen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juichen.
• juichen — w. Inergatief op luide wijze vreugde uiten.
• juichend — w. Onvoltooid deelwoord van juichen. — bijv. Op een luide manier heel blij zijn.
• juichende — w. Verbogen vorm van juichend, het onvoltooid deelwoord van juichen.
• juichens — n. Genitief van juichen.
• juichen␣toe — w. Meervoud tegenwoordige tijd van toejuichen.
• juichkreet — n. Een luide uitroep van blijdschap.
• juichkreetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord juichkreet.
• juichkreetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord juichkreet.
• juichkreten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord juichkreet.
• juichpak — n. (Kleding) een kledingset bestemd voor supporters van een sportteam.
• juichpakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord juichpak.
• juichpakjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord juichpak.
• juichpakken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord juichpak.
• juichstemming — n. Psychische gesteldheid als men heel blij en vrolijk is.
• juichstemmingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord juichstemming.
• juicht — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juichen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van juichen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van juichen.
• juichte — w. Enkelvoud verleden tijd van juichen.
• juichten — w. Meervoud verleden tijd van juichen.
• juichten␣toe — w. Meervoud verleden tijd van toejuichen.
• juichte␣toe — w. Enkelvoud verleden tijd van toejuichen.
• juich␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toejuichen. — w. Gebiedende wijs van toejuichen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toejuichen.
• juichtonen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord juichtoon.
• juichtoon — n. Een manier van spreken die wijst op grote instemming en vreugde.
• juicht␣toe — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toejuichen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toejuichen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van toejuichen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 56 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 11 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 9 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.