Lijst met woorden van 6 letters beginnend met

  Snelle modus

Klik om de vierde letter te kiezen

Klik om de derde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  3  4  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14  15  16  17  18  19  20  21

Er zijn 20 woorden van zes letters beginnend met KAP

kap␣aan  kapara  kapend  kapers  kaping  kapjes  kapkar  kapmes  kapoen  kapore  kappa's  kappen  kapper  kappie  kapsel  kapt␣af  kapten  kapt␣om  kapt␣op  kap␣uit

41 definities gevonden

• kap␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankappen. — w. Gebiedende wijs van aankappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankappen.
• kapara — n. (Jiddisch-Hebreeuws) verzoening. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) zoenoffer.
• kapend — w. Onvoltooid deelwoord van kapen.
• kapers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kaper.
• kaping — n. Het met geweld, of onder bedreiging met geweld, overnemen van…
• kapjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kap.
• kapkar — n. (Verkeer) wagen met een stoffen overkapping.
• kapmes — n. Lang stevig mes waarmee men zich al kappend een weg kan banen in het oerwoud.
• kapoen — n. Gesneden haan. — n. Iemand die ondeugend is.
• kapore — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) verloren, weg, dood. — bijv. (Jiddisch-Hebreeuws) kapot. — n. (Jiddisch-Hebreeuws) verzoening.
• kappa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kappa.
• kappen — w. Overgankelijk het hoofdhaar knippen en in model brengen. — w. Overgankelijk een boom onderaan met een bijl hakken tot die omvalt. — w. Overgankelijk met een snelle slag met een mes of bijl een verbinding…
• kapper — n. (Beroep) iemand die beroepsmatig de kapsels van mensen verzorgt, haarkapper. — n. Iemand die kapt of hakt. — n. Gereedschap dat kapt of hakt.
• kappie — n. Zure room. — n. (Straattaal) overdreven imponerend gedrag. — n. (Informeel) (kleding) eenvoudig gesteven mutsje.
• kapsel — n. De manier waarop het haar geknipt is. — n. Omhulsel.
• kapt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkappen.
• kapten — w. Meervoud verleden tijd van kappen.
• kapt␣om — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omkappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van omkappen.
• kapt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkappen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkappen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opkappen.
• kap␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkappen. — w. Gebiedende wijs van uitkappen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkappen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 27 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 6 woorden
• Spaans WikiWoordenboek: 2 woorden
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: 25 woorden
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.