|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 24 woorden van zes letters beginnend met KOEkoebel koedoe koegel koeien koeken koekje koekte koel␣af koelak koelde koelen koeler koelie koelte koepel koepen koepok koerde koeren koerst Koerts koeten koetje koetst 40 definities gevonden- koebel — n. Bel die koeien (vooral in de Alpen) om de nek dragen. — n. (Muziekinstrument) een platte bel van brons of smeedijzer waarop…
- koedoe — n. (Evenhoevigen) Tragelaphus sp. een geslacht van schroefhoornrunderen…
- koegel — n. (Jiddisch-Hebreeuws) (voeding) bepaald gebak van zoet gebakken…
- koeien — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koe.
- koeken — w. Ergatief tot een klont, een koek worden. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koek.
- koekje — n. (Voeding) een klein baksel dat meestal bij de koffie of thee genuttigd wordt. — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koek.
- koekte — w. Enkelvoud verleden tijd van koeken.
- koel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoelen. — w. Gebiedende wijs van afkoelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkoelen.
- koelak — n. (Geschiedenis) herenboer in het oude Rusland.
- koelde — w. Enkelvoud verleden tijd van koelen.
- koelen — w. Overgankelijk warmte afvoeren van iets.
- koeler — n. Een goed geisoleerde tas of bak waarin voorwerpen met ijs koel… — n. (Scheikunde) twee concentrische cilinders waarvan door de buitenste…
- koelie — n. (Geschiedenis) (in Azië) ongeschoolde arbeider, sjouwer. — n. Loonslaaf.
- koelte — n. Frisheid. — n. Koele plaats. — n. (Figuurlijk) onaandoenlijkheid.
- koepel — n. (Bouwkunde) een gewelf in de vorm van een halve bol of een halve ellipsoïde. — n. (Wiskunde) een ruimtelijke figuur, veelvlak. — n. (In samenstellingen van woorden) een overkoepelend orgaan.
- koepen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koep.
- koepok — n. Huiduitslag of blaasje bij een koe die lijdt aan koepokken.
- koerde — w. Enkelvoud verleden tijd van koeren.
- koeren — w. Inergatief een geluid als van duiven voortbrengen. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koer.
- koerst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koersen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koersen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van koersen.
- Koerts — eig. Genitief van Koert.
- koeten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord koet.
- koetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord koe#verkleinwoord…
- koetst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koetsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van koetsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van koetsen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 12 woorden
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |