Lijst met woorden van 10 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21
Er zijn 16 woorden van tien letters beginnend met KRIJkrijgen␣aan krijgen␣bij krijgen␣los krijgen␣mee krijgen␣uit krijgertje krijg␣klein krijgsheer krijgslied krijgslist krijgsraad krijgsroem krijgsvolk krijgt␣beet krijgt␣door krijg␣terug 29 definities gevonden- krijgen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aankrijgen.
- krijgen␣bij — w. Meervoud tegenwoordige tijd van bijkrijgen.
- krijgen␣los — w. Meervoud tegenwoordige tijd van loskrijgen.
- krijgen␣mee — w. Meervoud tegenwoordige tijd van meekrijgen.
- krijgen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitkrijgen.
- krijgertje — n. (Spel) een kinderspel waarin een van de spelers de tikker is… — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord krijger.
- krijg␣klein — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen. — w. Gebiedende wijs van kleinkrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen.
- krijgsheer — n. (Militair) (politiek) aanvoerder die controle heeft over een…
- krijgslied — n. Lied om de moed van de krijgers op te wekken. — n. Lied dat een bepaald wapenfeit bezingt.
- krijgslist — n. Een handeling die erop gericht is om door list en bedrog de…
- krijgsraad — n. (Militair) (juridisch) een raad die optreedt als rechtsorgaan… — n. (Militair) vergadering van officieren (in tijden van oorlog).
- krijgsroem — n. De eer die militairen behalen op het slagveld.
- krijgsvolk — n. Een (grote of kleine) groep militairen. — n. De militairen (als verzamelnaam). — n. Een volksstam wiens maatschappij gericht is op de oorlogvoering.
- krijgt␣beet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beetkrijgen.
- krijgt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorkrijgen.
- krijg␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen. — w. Gebiedende wijs van terugkrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen.
|