|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 12 13
Er zijn 21 woorden beginnend met KOTSkots kotsbeu kotsen kotsend kotsende kotsen␣uit kotser kotsers kotsje kotsjes kotsmisselijk kotst kotste kotsten kotsten␣uit kotste␣uit kotstudent kotstudenten kotst␣uit kots␣uit kotsziek 31 definities gevonden- kots — n. (Informeel) braaksel. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kotsen. — w. Gebiedende wijs van kotsen.
- kotsbeu — bijv. Van iets dat je het helemaal niet leuk meer vindt.
- kotsen — w. Inergatief, (informeel) de maaginhoud via de mond weer naar buiten werken. — w. (Dysfemisme) speeksel opgeven.
- kotsend — w. Onvoltooid deelwoord van kotsen.
- kotsende — w. Verbogen vorm van kotsend, het onvoltooid deelwoord van kotsen.
- kotsen␣uit — w. Meervoud tegenwoordige tijd van uitkotsen.
- kotser — n. Persoon die regelmatig moet overgeven. — n. Persoon die gebraakt heeft.
- kotsers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kotser.
- kotsje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kots.
- kotsjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kots.
- kotsmisselijk — bijv. (Informeel) heel erg misselijk, sterk geneigd tot kotsen.
- kotst — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kotsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kotsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kotsen.
- kotste — w. Enkelvoud verleden tijd van kotsen.
- kotsten — w. Meervoud verleden tijd van kotsen.
- kotsten␣uit — w. Meervoud verleden tijd van uitkotsen.
- kotste␣uit — w. Enkelvoud verleden tijd van uitkotsen.
- kotstudent — n. Student die op kamers woont.
- kotstudenten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kotstudent.
- kotst␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkotsen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkotsen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkotsen.
- kots␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkotsen. — w. Gebiedende wijs van uitkotsen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkotsen.
- kotsziek — bijv. Zo ziek dat je er wel van kan kotsen.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 3 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 5 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: 2 woorden
| |