Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Er zijn 22 woorden beginnend met KASSAkassa kassaatje kassaatjes kassabediende kassabediendes kassabon kassabonnen kassabonnetje kassabonnetjes kassabons kassa-inkomsten kassakorting kassakortingen kassakortinkje kassakortinkjes kassamedewerker kassamedewerkers kassamedewerkster kassamedewerksters kassa's kassavie kassavies 27 definities gevonden- kassa — n. (Handel) een plaats in een winkel waar men zijn aankopen betaalt. — n. (Toneel) een plaats in een theater waar men zijn tickets reserveert… — n. (Techniek), (handel) een machine in een winkel om van een klant…
- kassaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kassa.
- kassaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kassa.
- kassabediende — n. (Beroep) iemand die in een winkel de kassa bedient. — n. Kassamedewerker.
- kassabediendes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassabediende.
- kassabon — n. Een stukje papier waarop staat wat men wanneer gekocht heeft…
- kassabonnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassabon.
- kassabonnetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kassabon.
- kassabonnetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kassabon.
- kassabons — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassabon.
- kassa-inkomsten — n. Inkomsten die via de kas (contant) worden voldaan.
- kassakorting — n. Een korting die bij de kassa pas van de prijs afgaat.
- kassakortingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassakorting.
- kassakortinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kassakorting.
- kassakortinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kassakorting.
- kassamedewerker — n. (Beroep) iemand die in een winkel de kassa bedient. — n. Kassabediende.
- kassamedewerkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassamedewerker.
- kassamedewerkster — n. Vrouw of meisje die in een winkel de kassa bedient. — n. Kassierster, kassière, caissière.
- kassamedewerksters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassamedewerkster.
- kassa's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassa.
- kassavie — n. (Jiddisch-Hebreeuws) bankbiljet.
- kassavies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kassavie.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 9 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 6 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 17 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|