Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 8 9 10 11 12
Er zijn 14 woorden beginnend met KRIJGTkrijgt krijgt␣aan krijgt␣af krijgt␣beet krijgt␣bij krijgt␣binnen krijgt␣door krijg␣terug krijgt␣in krijgt␣klein krijgt␣los krijgt␣mee krijgt␣terug krijgt␣uit 42 definities gevonden- krijgt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van krijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van krijgen.
- krijgt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aankrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aankrijgen.
- krijgt␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afkrijgen.
- krijgt␣beet — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van beetkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van beetkrijgen.
- krijgt␣bij — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bijkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van bijkrijgen.
- krijgt␣binnen — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van binnenkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van binnenkrijgen.
- krijgt␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorkrijgen.
- krijg␣terug — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen. — w. Gebiedende wijs van terugkrijgen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen.
- krijgt␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inkrijgen.
- krijgt␣klein — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kleinkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kleinkrijgen.
- krijgt␣los — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van loskrijgen.
- krijgt␣mee — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meekrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van meekrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van meekrijgen.
- krijgt␣terug — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van terugkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van terugkrijgen.
- krijgt␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkrijgen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitkrijgen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitkrijgen.
|