|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 10 11 12 13 14 15 16
Er zijn 24 woorden beginnend met KWANTIkwantificatie kwantificaties kwantificeer kwantificeerbaar kwantificeerde kwantificeerden kwantificeert kwantificeren kwantificerend kwantificerende kwantisatie kwantisaties kwantisatietje kwantisatietjes kwantiseer kwantiseerde kwantiseerden kwantiseert kwantiseren kwantiserend kwantiserende kwantitatief kwantiteit kwantiteiten 34 definities gevonden- kwantificatie — n. Het kwantificeren, de kwantificering.
- kwantificaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kwantificatie.
- kwantificeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantificeren. — w. Gebiedende wijs van kwantificeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantificeren.
- kwantificeerbaar — bijv. Waarvan de hoeveelheid, het aantal bepaald kan worden en…
- kwantificeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van kwantificeren.
- kwantificeerden — w. Meervoud verleden tijd van kwantificeren.
- kwantificeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantificeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantificeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kwantificeren.
- kwantificeren — w. Overgankelijk in hoeveelheden, in een getal uitdrukken.
- kwantificerend — w. Onvoltooid deelwoord van kwantificeren.
- kwantificerende — w. Verbogen vorm van kwantificerend, het onvoltooid deelwoord van kwantificeren.
- kwantisatie — n. Het kwantiseren. — n. (Informatica) (elektronica) het digitaliseren van analoge signalen. — n. (Taalkunde) verschijnsel dat iets dat wel waar is voor een…
- kwantisaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kwantisatie.
- kwantisatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord kwantisatie.
- kwantisatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord kwantisatie.
- kwantiseer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantiseren. — w. Gebiedende wijs van kwantiseren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantiseren.
- kwantiseerde — w. Enkelvoud verleden tijd van kwantiseren.
- kwantiseerden — w. Meervoud verleden tijd van kwantiseren.
- kwantiseert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantiseren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van kwantiseren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van kwantiseren.
- kwantiseren — w. In hoeveelheden, in een getal uitdrukken, kwantificeren, mogelijk…
- kwantiserend — w. Onvoltooid deelwoord van kwantiseren.
- kwantiserende — w. Verbogen vorm van kwantiserend, het onvoltooid deelwoord van kwantiseren.
- kwantitatief — bijv. Met betrekking tot de hoeveelheid; met betrekking tot het aantal.
- kwantiteit — n. Hoeveelheid, grootte.
- kwantiteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord kwantiteit.
| |