|
Lijst met woorden van 6 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 22 woorden van zes letters beginnend met LOSlosbol losdag losers losjen losjes loskom loslag loslig losrij losruk lossen losser lossla lossta lost␣af losten lost␣in lost␣op loswal losweg loszat loszit 39 definities gevonden- losbol — n. Een onverantwoordelijk iemand.
- losdag — n. De periode die nodig is om de lading uit een schip te halen. — n. Een dag waarop men een schip lost.
- losers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loser.
- losjen — n. (Jiddisch-Hebreeuws) taal (alleen in onderstaande verbindingen).
- losjes — bijw. Niet stevig, niet helemaal vast maar ook niet volledig los. — bijw. (Figuurlijk) ontspannen, zonder strakke regels. — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord los.
- loskom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loskomen.
- loslag — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van losliggen.
- loslig — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losliggen.
- losrij — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losrijden.
- losruk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losrukken.
- lossen — w. Overgankelijk losser maken. — w. Overgankelijk afschieten. — w. Overgankelijk ontladen, afladen.
- losser — n. (Beroep) iemand die lost. — n. (Techniek) apparaat waarmee men kan lossen.
- lossla — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losslaan. — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van losslaan.
- lossta — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van losstaan.
- lost␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflossen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aflossen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aflossen.
- losten — w. Meervoud verleden tijd van lossen.
- lost␣in — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlossen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inlossen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van inlossen.
- lost␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplossen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oplossen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van oplossen.
- loswal — n. Kade waaraan schepen hun lading kunnen lossen. — n. Stortplaats voor baggergrond.
- losweg — bijw. Op onbedachtzame wijze. — bijw. Een kleine weg om een erf toegankelijk te maken.
- loszat — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van loszitten.
- loszit — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loszitten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loszitten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loszitten.
Zie deze lijst voor:
| |