|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10
Er zijn 25 woorden beginnend met LOERloer loer␣aan loer␣af loerde loerde␣aan loerde␣af loerden loerden␣aan loerden␣af loerder loerders loeren loeren␣aan loeren␣af loerend loerende loeres loeresen loeris loerissen loert loert␣aan loert␣af loertje loertjes 40 definities gevonden- loer — n. Lokaas, lokmiddel; vooral gebruikt voor een namaakprooi in de valkerij. — n. (Pejoratief) dom of onhandig persoon. — n. (Pejoratief) gemeen of listig persoon.
- loer␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeren. — w. Gebiedende wijs van aanloeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeren.
- loer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren. — w. Gebiedende wijs van afloeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren.
- loerde — w. Enkelvoud verleden tijd van loeren.
- loerde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanloeren.
- loerde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afloeren.
- loerden — w. Meervoud verleden tijd van loeren.
- loerden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanloeren.
- loerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afloeren.
- loerder — n. Iemand die te indringend aan het rondkijken is.
- loerders — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loerder.
- loeren — w. Inergatief ~ naar intensief kijken, vaak met kwade bedoeling. — w. Inergatief ~ op een kans afwachten iemand te verschalken. — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loer.
- loeren␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanloeren.
- loeren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afloeren.
- loerend — w. Onvoltooid deelwoord van loeren. — bijv. Begerig om zich heen kijkend.
- loerende — w. Verbogen vorm van loerend, het onvoltooid deelwoord van loeren.
- loeres — n. (Pejoratief) (verouderd) iemand die dom of lomp is.
- loeresen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loeres.
- loeris — n. (Pejoratief) (verouderd) iemand die dom of lomp is.
- loerissen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord loeris.
- loert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van loeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van loeren.
- loert␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanloeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanloeren.
- loert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afloeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afloeren.
- loertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord loer.
- loertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord loer.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 4 woorden
- Frans WikiWoordenboek: 4 woorden
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |