Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11
Er zijn 25 woorden beginnend met MATImatie matig -matig mat␣in —— maties matigt —— matigde matigen matinee —— matig␣aan matigden matigend matiging matigjes matinees matineus —— matigende matigheid matigt␣aan —— matigde␣aan matigen␣aan matigingen matineetje —— matigden␣aan matineetjes 34 definities gevonden- matie — n. (Informeel) vriend.
- matig — bijv. In geringere mate dan mogelijk of gewenst. — bijv. Niet zo goed. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van matigen.
- -matig — Ter vorming van bijvoeglijk naamwoorden ’op grond van’, ’met betrekking…
- mat␣in — w. Enkelvoud verleden tijd van inmeten.
- maties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord matie.
- matigt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van matigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van matigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van matigen.
- matigde — w. Enkelvoud verleden tijd van matigen.
- matigen — w. Overgankelijk minder uitbundig of extreem optreden.
- matinee — n. Voorstelling die overdag plaatsvindt.
- matig␣aan — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmatigen. — w. Gebiedende wijs van aanmatigen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmatigen.
- matigden — w. Meervoud verleden tijd van matigen.
- matigend — w. Onvoltooid deelwoord van matigen. — bijv. Van iets dat het zorgt dat iets minder extreem wordt.
- matiging — n. Minder sterk, hard en krachtig maken.
- matigjes — bijw. Niet zo heel goed.
- matinees — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord matinee.
- matineus — bijv. Geneigd om vroeg op te staan.
- matigende — w. Verbogen vorm van matigend, het onvoltooid deelwoord van matigen.
- matigheid — n. Van een persoon dat deze niet teveel eet en drinkt.
- matigt␣aan — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmatigen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanmatigen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van aanmatigen.
- matigde␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanmatigen.
- matigen␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanmatigen.
- matigingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord matiging.
- matineetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord matinee.
- matigden␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanmatigen.
- matineetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord matinee.
Zie deze lijst voor:
|