Woordenlijsten Zoek woorden

Lijst met woorden beginnend met

Snelle modus

Klik om de zesde letter te kiezen

Klik om de vijfde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetischAllemaal op maat891011121314


Er zijn 20 woorden beginnend met MARCH

marchandeermarchandeerdemarchandeerdenmarchandeertmarchanderenmarchanderendmarchanderendemarcheermarcheer␣afmarcheerdemarcheerde␣afmarcheerdenmarcheerden␣afmarcheertmarcheert␣afmarcherenmarcheren␣afmarcherendmarcherendemarchesjvan

33 definities gevonden

  • marchandeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen. — w. Gebiedende wijs van marchanderen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen.
  • marchandeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van marchanderen.
  • marchandeerden — w. Meervoud verleden tijd van marchanderen.
  • marchandeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marchanderen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van marchanderen.
  • marchanderen — w. Onderhandelen over de voorwaarden of de prijs van een bepaalde zaak.
  • marchanderend — w. Onvoltooid deelwoord van marchanderen.
  • marchanderende — w. Verbogen vorm van marchanderend, het onvoltooid deelwoord van marchanderen.
  • marcheer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. Gebiedende wijs van marcheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren.
  • marcheer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. Gebiedende wijs van afmarcheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren.
  • marcheerde — w. Enkelvoud verleden tijd van marcheren.
  • marcheerde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afmarcheren.
  • marcheerden — w. Meervoud verleden tijd van marcheren.
  • marcheerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afmarcheren.
  • marcheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van marcheren.
  • marcheert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmarcheren.
  • marcheren — w. Inergatief lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet. — w. Ergatief ergens heen lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet.
  • marcheren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afmarcheren.
  • marcherend — w. Onvoltooid deelwoord van marcheren.
  • marcherende — w. Verbogen vorm van marcherend, het onvoltooid deelwoord van marcheren.
  • marchesjvan — n. (Jiddisch-Hebreeuws) achtste maand van het joodse jaar, in…
Vorige lijstVolgende lijst
Willekeurig woordTerug naar boven

Zie deze lijst voor:



Ortograf Inc.Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid.
© Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.