Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13
Er zijn 13 woorden beginnend met MARCHEmarcheer —— marcheert marcheren —— marcheer␣af marcheerde marcherend —— marcheerden marcheert␣af marcheren␣af marcherende marchesjvan —— marcheerde␣af —— marcheerden␣af 22 definities gevonden- marcheer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. Gebiedende wijs van marcheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren.
- marcheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van marcheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van marcheren.
- marcheren — w. Inergatief lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet. — w. Ergatief ergens heen lopen in een georganiseerde en uniforme ritmische stoet.
- marcheer␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. Gebiedende wijs van afmarcheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren.
- marcheerde — w. Enkelvoud verleden tijd van marcheren.
- marcherend — w. Onvoltooid deelwoord van marcheren.
- marcheerden — w. Meervoud verleden tijd van marcheren.
- marcheert␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afmarcheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afmarcheren.
- marcheren␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afmarcheren.
- marcherende — w. Verbogen vorm van marcherend, het onvoltooid deelwoord van marcheren.
- marchesjvan — n. (Jiddisch-Hebreeuws) achtste maand van het joodse jaar, in…
- marcheerde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afmarcheren.
- marcheerden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afmarcheren.
Zie deze lijst voor:
|