|
Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 24 woorden van acht letters beginnend met OPGopgaande opgangen opgedaan opgefokt opgeilde opgeilen opgelden opgelegd opgeleid opgelost opgepikt opgetast opgevend opgevers opgewekt opgieten opgingen opgloeit opgooide opgooien opgraaft opgraven opgraver opgroeit 34 definities gevonden- opgaande — w. Verbogen vorm van opgaand, het onvoltooid deelwoord van opgaan.
- opgangen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opgang.
- opgedaan — bijv. Van iets immaterieels dat je verworven hebt, meestal gaat…
- opgefokt — bijv. Opgewonden, nerveus en agressief en dus vervelend.
- opgeilde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opgeilen.
- opgeilen — w. Iemand seksueel prikkelen. — w. Iemand actiever maken, iemand alerter maken.
- opgelden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opgeld.
- opgelegd — bijv. Uitgesproken.
- opgeleid — w. Vormt de lijdende vorm. — w. Vormt de voltooide tijden. — w. Attributief gebruikt.
- opgelost — bijv. Tot een goed einde gebracht, van een correcte uitkomst voorzien.
- opgepikt — w. Vormt de lijdende vorm.
- opgetast — w. Voltooid deelwoord van optasten.
- opgevend — w. Onvoltooid deelwoord van opgeven.
- opgevers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opgever.
- opgewekt — w. Als naamwoordelijk deel van het gezegde gebruikt. — w. Attributief gebruikt. — bijv. In een actieve en positieve stemming.
- opgieten — w. Overgankelijk op iets gieten, met name om het te laten trekken of weken.
- opgingen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opgaan.
- opgloeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgloeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgloeien.
- opgooide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opgooien.
- opgooien — w. Iets naar boven gooien. — w. Iets boven op iets anders gooien.
- opgraaft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgraven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgraven.
- opgraven — w. Overgankelijk een voorwerp uit de bodem naar boven halen. — w. Overgankelijk een archeologisch onderzoek houden.
- opgraver — n. Iemand die opgravingen verrricht.
- opgroeit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgroeien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opgroeien.
| |