|
Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19 21
Er zijn 17 woorden van acht letters beginnend met ONTLontlaadt ontladen ontlader ontlaten ontleden ontleedt ontleent ontleert ontlenen ontlener ontleren ontloken ontlokte ontloopt ontlopen ontluikt ontluist 39 definities gevonden- ontlaadt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontladen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontladen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontladen.
- ontladen — w. Overgankelijk iets (Bijv. een dier, voertuig enz.) van zijn last ontdoen. — w. Overgankelijk (natuurkunde) iets van zijn elektrische lading ontdoen.
- ontlader — n. Iets dat ervoor zorgt dat de spanning minder wordt. — n. Apparaat dat de elektrische spanning van een batterij verwijderd.
- ontlaten — w. Overgankelijk losmaken, vrij doen worden. — w. Overgankelijk (techniek) (metalen) ontharden. — w. Wederkerend zich ~ een onverhoedse uitspraak doen.
- ontleden — w. Overgankelijk iets in zijn bestanddelen uiteendoen. — w. Ergatief (scheikunde) een reactie ondergaan waarbij complexe…
- ontleedt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontleden. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontleden. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontleden.
- ontleent — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlenen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlenen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontlenen.
- ontleert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontleren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontleren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontleren.
- ontlenen — w. Overgankelijk een element gaan gebruiken van wat elders in gebruik was. — w. Iets wat je krijgt als gevolg van wat anders.
- ontlener — n. (Economie) iemand die geld ontvangt als lening; iemand die…
- ontleren — w. Gewoontes en kennis die fout, ongewenst of niet meer ter zake…
- ontloken — w. Meervoud verleden tijd van ontluiken. — w. Voltooid deelwoord van ontluiken.
- ontlokte — w. Enkelvoud verleden tijd van ontlokken.
- ontloopt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontlopen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontlopen.
- ontlopen — w. Ergatief een bepaald lot vermijden, ontkomen aan iets. — w. Wederkerig elkaar ~ van elkaar verschillen.
- ontluikt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluiken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluiken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontluiken.
- ontluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontluizen.
| |