Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 17 19 20
Er zijn 24 woorden beginnend met OBSTobstakel obstakels obstakeltje obstakeltjes obstetrie obstetrieafdeling obstetrieafdelingen obstetrieafdelinkje obstetrieafdelinkjes obstetrisch obstinaat obstipatie obstructie obstructief obstructies obstructietje obstructietjes obstrueer obstrueerde obstrueerden obstrueert obstrueren obstruerend obstruerende 31 definities gevonden- obstakel — n. Iets dat de voortgang van iets anders belemmert.
- obstakels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord obstakel.
- obstakeltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord obstakel.
- obstakeltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord obstakel.
- obstetrie — n. (Medisch) kennis van de zwangerschap, de bevalling en het kraambed.
- obstetrieafdeling — n. Een afdeling van een ziekenhuis gericht op de obstetrie.
- obstetrieafdelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord obstetrieafdeling.
- obstetrieafdelinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord obstetrieafdeling.
- obstetrieafdelinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord obstetrieafdeling.
- obstetrisch — bijv. (Medisch) verloskundig.
- obstinaat — bijv. Van een persoon dat deze stug aan zijn eigen ideeën blijft…
- obstipatie — n. (Medisch) moeilijke stoelgang.
- obstructie — n. (Medisch) verstopping. — n. (Sport) het op onreglementaire wijze belemmeren van de doorgang… — n. (Politiek) poging van een minderheid om door belemmering van…
- obstructief — bijv. Obstructie plegend.
- obstructies — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord obstructie.
- obstructietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord obstructie.
- obstructietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord obstructie.
- obstrueer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren. — w. Gebiedende wijs van obstrueren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren.
- obstrueerde — w. Enkelvoud verleden tijd van obstrueren.
- obstrueerden — w. Meervoud verleden tijd van obstrueren.
- obstrueert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van obstrueren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van obstrueren.
- obstrueren — w. Overgankelijk een factor vormen die een gebeurtenis of handeling… — w. Overgankelijk de door- of voortgang belemmeren.
- obstruerend — w. Onvoltooid deelwoord van obstrueren.
- obstruerende — w. Verbogen vorm van obstruerend, het onvoltooid deelwoord van obstrueren.
Zie deze lijst voor:
|