|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11
Er zijn 21 woorden beginnend met OMPLomplant omplante omplanten omplantend omplantende omplantte omplantten omploeg omploegde omploegden omploegen omploegend omploegende omploegt omplooi omplooide omplooiden omplooien omplooiend omplooiende omplooit 30 definities gevonden- omplant — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van omplanten#gebiedende wijs van omplanten. — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omplanten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omplanten.
- omplante — w. (In een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van omplanten.
- omplanten — w. Overgankelijk (twee planten) van plaats verwisselen. — w. Overgankelijk (een plant) op een andere plaats zetten. — w. Overgankelijk (een ruimte) omringen met planten.
- omplantend — w. Onvoltooid deelwoord van omplanten.
- omplantende — w. Verbogen vorm van omplantend, het onvoltooid deelwoord van omplanten.
- omplantte — w. Enkelvoud verleden tijd van omplanten. — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omplanten.
- omplantten — w. Meervoud verleden tijd van omplanten. — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van omplanten.
- omploeg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen.
- omploegde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omploegen.
- omploegden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van omploegen.
- omploegen — w. Overgankelijk door ploegen de bovenste laag aarde van een akker omkeren.
- omploegend — w. Onvoltooid deelwoord van omploegen.
- omploegende — w. Verbogen vorm van omploegend, het onvoltooid deelwoord van omploegen.
- omploegt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omploegen.
- omplooi — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omplooien.
- omplooide — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omplooien.
- omplooiden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van omplooien.
- omplooien — w. Veranderen, ontwikkelen. — w. Maken van een vouw.
- omplooiend — w. Onvoltooid deelwoord van omplooien.
- omplooiende — w. Verbogen vorm van omplooiend, het onvoltooid deelwoord van omplooien.
- omplooit — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omplooien. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omplooien.
| |