|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 20 woorden beginnend met OPKIopkijk opkijken opkijkend opkijkende opkijkt opkikker opkikkerde opkikkerden opkikkeren opkikkerend opkikkerende opkikkers opkikkert opkikkertje opkikkertjes opkist opkisten opkistend opkistte opkistten 29 definities gevonden- opkijk — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkijken.
- opkijken — w. Inergatief de blik omhoog richten. — w. Inergatief (~ van) verrast worden. — w. Inergatief (~ naar) bewonderen.
- opkijkend — w. Onvoltooid deelwoord van opkijken.
- opkijkende — w. Verbogen vorm van opkijkend, het onvoltooid deelwoord van opkijken.
- opkijkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkijken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkijken.
- opkikker — n. Iets waarvan je je beter gaat voelen als je moe, depressief… — n. Borreltje of ander (alcoholisch) drankje. — n. Stomp of klap.
- opkikkerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opkikkeren.
- opkikkerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opkikkeren.
- opkikkeren — w. Zorgen dat iemands stemming verbetert. — w. Weer gezond worden.
- opkikkerend — w. Onvoltooid deelwoord van opkikkeren.
- opkikkerende — w. Verbogen vorm van opkikkerend, het onvoltooid deelwoord van opkikkeren.
- opkikkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opkikker.
- opkikkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkikkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkikkeren.
- opkikkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opkikker.
- opkikkertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opkikker.
- opkist — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkisten. — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkisten. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opkisten.
- opkisten — w. Overgankelijk een kist aanbrengen rond een zandmeevoerende wel.
- opkistend — w. Onvoltooid deelwoord van opkisten.
- opkistte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opkisten.
- opkistten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opkisten.
| |