|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 21 woorden beginnend met ORATorateur orateurs orateurtje orateurtjes oratie oraties oratietje oratietjes orator oratoren oratoria oratorio oratorio's oratorisch oratorium oratoriumpje oratoriumpjes oratoriums orators oratortje oratortjes 24 definities gevonden- orateur — n. (Beroep) iemand die oreert, een redenaar.
- orateurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord orateur.
- orateurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord orateur.
- orateurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord orateur.
- oratie — n. Rede, redevoering, speech, toespraak. — n. (In het bijzonder:) rede uitgesproken door een hoogleraar bij… — n. Gebed, vooral bepaalde gebeden in de mis.
- oraties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oratie.
- oratietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oratie.
- oratietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oratie.
- orator — n. Redenaar.
- oratoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord orator.
- oratoria — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oratorium.
- oratorio — n. (Muziek) (klassiek) uitgebreid muziekwerk met koor, zangers…
- oratorio's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oratorio.
- oratorisch — bijv. Betrekking hebbend op het kunnen spreken in het openbaar.
- oratorium — n. (Muziek) geestelijk zangstuk voor orkest, zangsolisten en koor… — n. (Rooms-katholiek) niet-openbaar bidvertrek.
- oratoriumpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oratorium.
- oratoriumpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oratorium.
- oratoriums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oratorium.
- orators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord orator.
- oratortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord orator.
- oratortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord orator.
Zie deze lijst voor:
| |