Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 19 20
Er zijn 25 woorden beginnend met ONTKOontkolen ontkolend ontkolende ontkom ontkomen ontkomend ontkomende ontkomt ontkool ontkoolde ontkoolden ontkoolt ontkoppel ontkoppelde ontkoppelden ontkoppelen ontkoppelend ontkoppelende ontkoppeling ontkoppelingen ontkoppelingspedaal ontkoppelingspedalen ontkoppelinkje ontkoppelinkjes ontkoppelt 37 definities gevonden- ontkolen — w. Overgankelijk ontdoen van koolstof.
- ontkolend — w. Onvoltooid deelwoord van ontkolen.
- ontkolende — w. Verbogen vorm van ontkolend, het onvoltooid deelwoord van ontkolen.
- ontkom — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkomen. — w. Gebiedende wijs van ontkomen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkomen.
- ontkomen — w. Ergatief ergens aan ontsnappen.
- ontkomend — w. Onvoltooid deelwoord van ontkomen.
- ontkomende — w. Verbogen vorm van ontkomend, het onvoltooid deelwoord van ontkomen.
- ontkomt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkomen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkomen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkomen.
- ontkool — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkolen. — w. Gebiedende wijs van ontkolen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkolen.
- ontkoolde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontkolen.
- ontkoolden — w. Meervoud verleden tijd van ontkolen.
- ontkoolt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkolen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkolen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkolen.
- ontkoppel — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen. — w. Gebiedende wijs van ontkoppelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen.
- ontkoppelde — w. Enkelvoud verleden tijd van ontkoppelen.
- ontkoppelden — w. Meervoud verleden tijd van ontkoppelen.
- ontkoppelen — w. Overgankelijk een koppeling verbreken.
- ontkoppelend — w. Onvoltooid deelwoord van ontkoppelen.
- ontkoppelende — w. Verbogen vorm van ontkoppelend, het onvoltooid deelwoord van ontkoppelen.
- ontkoppeling — n. Het losmaken van twee aan elkaar verbonden delen.
- ontkoppelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontkoppeling.
- ontkoppelingspedaal — n. (Verkeer) (verouderd) voetbediening om de verbinding tussen…
- ontkoppelingspedalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ontkoppelingspedaal.
- ontkoppelinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ontkoppeling.
- ontkoppelinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ontkoppeling.
- ontkoppelt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ontkoppelen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ontkoppelen.
|