Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 20 woorden beginnend met ONTTRonttrek onttrekken onttrekkend onttrekkende onttrekking onttrekkingen onttrekkinkje onttrekkinkjes onttrekt onttrok onttrokken onttronen onttronend onttronende onttroning onttroningen onttroon onttroonde onttroonden onttroont 30 definities gevonden- onttrek — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttrekken. — w. Gebiedende wijs van onttrekken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttrekken.
- onttrekken — w. Overgankelijk een bijdrage of deel ergens uit verwijderen.
- onttrekkend — w. Onvoltooid deelwoord van onttrekken.
- onttrekkende — w. Verbogen vorm van onttrekkend, het onvoltooid deelwoord van onttrekken.
- onttrekking — n. (Scheikunde) het geleidelijk ontnemen van iets.
- onttrekkingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onttrekking.
- onttrekkinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord onttrekking.
- onttrekkinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord onttrekking.
- onttrekt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttrekken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttrekken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onttrekken.
- onttrok — w. Enkelvoud verleden tijd van onttrekken.
- onttrokken — w. Meervoud verleden tijd van onttrekken. — w. Voltooid deelwoord van onttrekken.
- onttronen — w. Overgankelijk iemand van de macht beroven.
- onttronend — w. Onvoltooid deelwoord van onttronen.
- onttronende — w. Verbogen vorm van onttronend, het onvoltooid deelwoord van onttronen.
- onttroning — n. Het afzetten van een koning of keizer. — n. Het verliezen van een eretitel.
- onttroningen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord onttroning.
- onttroon — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttronen. — w. Gebiedende wijs van onttronen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttronen.
- onttroonde — w. Enkelvoud verleden tijd van onttronen.
- onttroonden — w. Meervoud verleden tijd van onttronen.
- onttroont — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttronen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van onttronen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van onttronen.
|