|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 15 16
Er zijn 22 woorden beginnend met OPDRIopdrijf opdring opdrink —— opdrijft opdringt opdrinkt —— opdrijven opdringen opdringer opdrinken —— opdrijvend opdringend opdringers opdrinkend —— opdrijvende opdringende opdringerig opdrinkende —— opdringertje —— opdringertjes —— opdringerigheid —— opdringerigheden 30 definities gevonden- opdrijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrijven.
- opdring — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen.
- opdrink — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken.
- opdrijft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrijven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrijven.
- opdringt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdringen.
- opdrinkt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opdrinken.
- opdrijven — w. Overgankelijk iets naar boven toe doen bewegen.
- opdringen — w. Ergatief dringend zich in een bepaalde richting begeven. — w. Ditransitief iemand tegen zijn zin (iets) doen aannemen, tegen… — w. Wederkerend zich ~: met kracht oprijzen, voor de verbeelding komen.
- opdringer — n. Een persoon die zich opdringt.
- opdrinken — w. Overgankelijk iets drinken tot er niets overblijft.
- opdrijvend — w. Onvoltooid deelwoord van opdrijven.
- opdringend — w. Onvoltooid deelwoord van opdringen. — bijv. De wil opleggend. — bijv. Van iets of iemand dat hij zich met kracht naar iets of iemand beweegt.
- opdringers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opdringer.
- opdrinkend — w. Onvoltooid deelwoord van opdrinken.
- opdrijvende — w. Verbogen vorm van opdrijvend, het onvoltooid deelwoord van opdrijven.
- opdringende — w. Verbogen vorm van opdringend, het onvoltooid deelwoord van opdringen.
- opdringerig — bijv. De neiging hebbend tot opdringen.
- opdrinkende — w. Verbogen vorm van opdrinkend, het onvoltooid deelwoord van opdrinken.
- opdringertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opdringer.
- opdringertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opdringer.
- opdringerigheid — n. De mate waarin iemand zich op de voorgrond dringt. — n. Iets dat past bij iemand die zich op de voorgrond dringt.
- opdringerigheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opdringerigheid.
| |