|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13
Er zijn 20 woorden beginnend met OPFLIopflik opflikken opflikkend opflikker opflikkerde opflikkerden opflikkeren opflikkerend opflikkerende opflikkert opflikt opflikte opflikten opflits opflitsen opflitsend opflitsende opflitst opflitste opflitsten 25 definities gevonden- opflik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken.
- opflikken — w. Wederkerend opsieren, opschikken, optooien. — w. Wederkerend oplappen, herstellen.
- opflikkend — w. Onvoltooid deelwoord van opflikken.
- opflikker — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikkeren.
- opflikkerde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opflikkeren.
- opflikkerden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opflikkeren.
- opflikkeren — w. Ergatief (pejoratief) het toneel verlaten, weggaan. — w. Ergatief sterker gaan branden.
- opflikkerend — w. Onvoltooid deelwoord van opflikkeren.
- opflikkerende — w. Verbogen vorm van opflikkerend, het onvoltooid deelwoord van opflikkeren.
- opflikkert — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikkeren. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikkeren.
- opflikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflikken.
- opflikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opflikken.
- opflikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opflikken.
- opflits — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflitsen.
- opflitsen — w. Kort en krachtig oplichten.
- opflitsend — w. Onvoltooid deelwoord van opflitsen.
- opflitsende — w. Verbogen vorm van opflitsend, het onvoltooid deelwoord van opflitsen.
- opflitst — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflitsen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opflitsen.
- opflitste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opflitsen.
- opflitsten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opflitsen.
| |