Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 12 13 15 16 17 18 19
Er zijn 20 woorden beginnend met OPMAAopmaak opmaal opmaat —— opmaakt opmaalt —— opmaakte opmaalde opmaatje —— opmaaksel opmaakten opmaalden opmaatjes —— opmaaksels —— opmaakseltje —— opmaakseltjes —— opmaakredacteur —— opmaakredacteurs —— opmaakredacteuren —— opmaakredacteurtje —— opmaakredacteurtjes 25 definities gevonden- opmaak — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken. — n. (Typografie) vormgeving van een grafisch ontwerp.
- opmaal — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmalen.
- opmaat — n. (Muziek) zonder nadruk gespeelde noten aan het begin van een… — n. (Muziek) eerste maat van een muziekstuk of partij, als in die… — n. (Figuurlijk) eerste begin, eerste voorbeelden van een latere ontwikkeling.
- opmaakt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmaken.
- opmaalt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmalen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opmalen.
- opmaakte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opmaken.
- opmaalde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opmalen.
- opmaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opmaat.
- opmaaksel — n. (Kleding) de versiering die op kleding is aangebracht.
- opmaakten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opmaken.
- opmaalden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opmalen.
- opmaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaat.
- opmaaksels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaaksel.
- opmaakseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opmaaksel.
- opmaakseltjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaaksel.
- opmaakredacteur — n. (Beroep) iemand die belast is met het opmaken van een krant…
- opmaakredacteurs — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaakredacteur.
- opmaakredacteuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaakredacteur.
- opmaakredacteurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opmaakredacteur.
- opmaakredacteurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opmaakredacteur.
|