Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de zesde letter te kiezen

Klik om de vijfde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13  14

Er zijn 21 woorden beginnend met OPPAS

oppas  oppascentrale  oppascentrales  oppashuis  oppashuizen  oppasje  oppasjes  oppasprobleem  oppasproblemen  oppassen  oppassend  oppassende  oppasser  oppassers  oppassertje  oppassertjes  oppassing  oppassingen  oppast  oppaste  oppasten

28 definities gevonden

• oppas — n. Iemand die voor korte tijd zorgt voor iets (Kinderen, een huis etc.). — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen.
• oppascentrale — n. Centraal regelpunt voor kinderoppas.
• oppascentrales — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oppascentrale.
• oppashuis — n. Een huis dat wordt bewoond door iemand die toezicht houdt bij… — n. Gebouw waar men toezicht houdt op kinderen.
• oppashuizen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oppashuis.
• oppasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oppas.
• oppasjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oppas.
• oppasprobleem — n. Het vraagstuk om aan een goede oppas te komen voor je kleine kinderen.
• oppasproblemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oppasprobleem.
• oppassen — w. Inergatief opletten dat er niet iets ergs gebeurt. — w. Inergatief bij de kinderen blijven en op ze letten.
• oppassend — w. Onvoltooid deelwoord van oppassen. — bijv. Zich welbewust volgens de regels van de samenleving gedragend.
• oppassende — w. Verbogen vorm van oppassend, het onvoltooid deelwoord van oppassen.
• oppasser — n. Iemand die oppast waar enig toezicht nodig is. — n. (Beroep) een werknemer van een dierentuin die dieren verzorgt.
• oppassers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oppasser.
• oppassertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord oppasser.
• oppassertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord oppasser.
• oppassing — n. De keer dat men iets of iemand verzorgt of verpleegt. — n. Hofmakerij.
• oppassingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord oppassing.
• oppast — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen.
• oppaste — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van oppassen.
• oppasten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van oppassen.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 1 woord
• Frans WikiWoordenboek: geen woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.