|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 25 woorden beginnend met OPSLOopsloeg opsloegen opslok opslokken opslokkend opslokkende opslokt opslokte opslokten opslomen opslomend opslomende opsloom opsloomde opsloomden opsloomt opsloot opslorp opslorpen opslorpend opslorpende opslorpt opslorpte opslorpten opsloten 30 definities gevonden- opsloeg — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opslaan.
- opsloegen — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opslaan.
- opslok — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslokken.
- opslokken — w. Overgankelijk heel of in grote brokken inslikken. — w. (Figuurlijk) door verovering toevoegen aan het eigen land.
- opslokkend — w. Onvoltooid deelwoord van opslokken.
- opslokkende — w. Verbogen vorm van opslokkend, het onvoltooid deelwoord van opslokken.
- opslokt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslokken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslokken.
- opslokte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opslokken.
- opslokten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opslokken.
- opslomen — w. Bewust kalmer aan gaan doen als voorbereiding op een rustperiode.
- opslomend — w. Onvoltooid deelwoord van opslomen.
- opslomende — w. Verbogen vorm van opslomend, het onvoltooid deelwoord van opslomen.
- opsloom — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslomen.
- opsloomde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opslomen.
- opsloomden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opslomen.
- opsloomt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslomen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslomen.
- opsloot — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opsluiten.
- opslorp — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen.
- opslorpen — w. Overgankelijk in zich opnemen. — w. (Figuurlijk) gulzig en veel in zich opnemen.
- opslorpend — w. Onvoltooid deelwoord van opslorpen.
- opslorpende — w. Verbogen vorm van opslorpend, het onvoltooid deelwoord van opslorpen.
- opslorpt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opslorpen.
- opslorpte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opslorpen.
- opslorpten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opslorpen.
- opsloten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opsluiten.
| |