|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 21 woorden beginnend met OPSTIopstiet opstieten opstijf opstijfde opstijfden opstijft opstijg opstijgen opstijgend opstijgende opstijgt opstijven opstijvend opstijvende opstik opstikken opstikkend opstikkende opstikt opstikte opstikten 27 definities gevonden- opstiet — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstoten.
- opstieten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstoten.
- opstijf — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven.
- opstijfde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstijven.
- opstijfden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstijven.
- opstijft — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijven.
- opstijg — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen.
- opstijgen — w. Ergatief in de lucht omhooggaan. — w. Ergatief te paard stijgen.
- opstijgend — w. Onvoltooid deelwoord van opstijgen. — bijv. Naar boven gaand.
- opstijgende — w. Verbogen vorm van opstijgend, het onvoltooid deelwoord van opstijgen.
- opstijgt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstijgen.
- opstijven — w. Stijf maken. — w. Stijf worden.
- opstijvend — w. Onvoltooid deelwoord van opstijven.
- opstijvende — w. Verbogen vorm van opstijvend, het onvoltooid deelwoord van opstijven.
- opstik — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstikken.
- opstikken — w. Met naald en draad iets ergens op aanbrengen.
- opstikkend — w. Onvoltooid deelwoord van opstikken.
- opstikkende — w. Verbogen vorm van opstikkend, het onvoltooid deelwoord van opstikken.
- opstikt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstikken. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opstikken.
- opstikte — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opstikken.
- opstikten — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opstikken.
| |