Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de zesde letter te kiezen

Klik om de vijfde letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  5  6  7  8  9  10  11  12  13

Er zijn 25 woorden beginnend met OPTEL

optel  optelde  optelden  optelfout  optelfouten  optelfoutje  optelfoutjes  optellen  optellend  optellende  opteller  optellers  optellertje  optellertjes  optelling  optellingen  optellinkje  optellinkjes  optelsom  optelsommen  optelster  optelsters  optelstertje  optelstertjes  optelt

27 definities gevonden

• optel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optellen.
• optelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van optellen.
• optelden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van optellen.
• optelfout — n. Een onjuistheid in een optelling.
• optelfouten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord optelfout.
• optelfoutje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord optelfout.
• optelfoutjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord optelfout.
• optellen — w. Overgankelijk (wiskunde) bij elkaar tellen; het samenvoegen…
• optellend — w. Onvoltooid deelwoord van optellen.
• optellende — w. Verbogen vorm van optellend, het onvoltooid deelwoord van optellen.
• opteller — n. Iemand die een optelling maakt. — n. Iemand die iets toevoegt.
• optellers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opteller.
• optellertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opteller.
• optellertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opteller.
• optelling — n. Het samenvoegen van een of meer termen tot een totaal, de som.
• optellingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord optelling.
• optellinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord optelling.
• optellinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord optelling.
• optelsom — n. Een rekenopgave bestaande uit een optelling.
• optelsommen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord optelsom.
• optelster — n. Vrouw die een optelling maakt.
• optelsters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord optelster.
• optelstertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord optelster.
• optelstertjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord optelster.
• optelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van optellen.

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.