|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 25 woorden beginnend met ORDINordinaal ordinaat ordinair ordineer —— ordinaria ordinarii ordinaten ordinatie ordineert ordineren —— ordinantie ordinarium ordinarius ordinaties ordineerde ordinerend —— ordinantiën ordinanties ordinariums ordineerden ordinerende —— ordinatietje —— ordinariumpje ordinatietjes —— ordinariumpjes 32 definities gevonden- ordinaal — bijv. Met betrekking tot een rangorde.
- ordinaat — n. (Wiskunde) de verticale as van de beide coördinaten van een…
- ordinair — bijv. Gewoon, alledaags, normaal. — bijv. Vulgair, onbeschaafd, grof, plat.
- ordineer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. Gebiedende wijs van ordineren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren.
- ordinaria — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinarium.
- ordinarii — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinarius.
- ordinaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinaat.
- ordinatie — n. (Religie) het ordineren.
- ordineert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ordineren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ordineren.
- ordineren — w. (Religie) overgankelijk de priesterwijding geven.
- ordinantie — n. Een bevel dat van hogerhand gegeven is.
- ordinarium — n. (Economie) gewoon beloop van inkomsten en uitgaven. — n. De vastliggende delen van een liturgie.
- ordinarius — n. Gewoon hoogleraar aan een universiteit. — n. Persoon met gewone bestuursmacht (kerkelijk: bisschop).
- ordinaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinatie.
- ordineerde — w. Enkelvoud verleden tijd van ordineren.
- ordinerend — w. Onvoltooid deelwoord van ordineren.
- ordinantiën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinantie.
- ordinanties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinantie.
- ordinariums — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinarium.
- ordineerden — w. Meervoud verleden tijd van ordineren.
- ordinerende — w. Verbogen vorm van ordinerend, het onvoltooid deelwoord van ordineren.
- ordinatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ordinatie.
- ordinariumpje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ordinarium.
- ordinatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinatie.
- ordinariumpjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ordinarium.
Zie deze lijst voor:
| |