Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11
Er zijn 19 woorden beginnend met OMSPELomspel omspeld omspeldde omspeldden omspelde omspelden omspeldend omspeldende omspeldt omspelen omspelend omspelende omspeling omspelingen omspellen omspellend omspeller omspellers omspelt 26 definities gevonden- omspel — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen.
- omspeld — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspelden.
- omspeldde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omspelden.
- omspeldden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van omspelden.
- omspelde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van omspellen.
- omspelden — w. Ómspelden: met spelden ergens omheen bevestigen. — w. Ómspelden: iets meer passend maken door het te vermaken met spelden. — w. Omspélden: met spelden afgrenzen.
- omspeldend — w. Onvoltooid deelwoord van omspelden.
- omspeldende — w. Verbogen vorm van omspeldend, het onvoltooid deelwoord van omspelden.
- omspeldt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspelden. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspelden.
- omspelen — w. Op een handige manier iemand passeren met voetbal of een andere balsport. — w. Een muziekstuk versieren met extra tonen. — w. Vrolijk ergens voortbewegen.
- omspelend — w. Onvoltooid deelwoord van omspelen.
- omspelende — w. Verbogen vorm van omspelend, het onvoltooid deelwoord van omspelen.
- omspeling — n. De keer dat men iemand tijdens een balspel passeert. — n. Het figureren van een melodie door deze te voorzien van extra…
- omspelingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord omspeling.
- omspellen — w. Overgankelijk omzetten naar een andere spelling.
- omspellend — w. Onvoltooid deelwoord van omspellen.
- omspeller — n. (Taalkunde) computerprogramma dat een tekst omzet naar de nieuwe…
- omspellers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord omspeller.
- omspelt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omspellen.
|