|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 16 18
Er zijn 21 woorden beginnend met OPRUIMopruim opruimactie opruimacties opruimdag opruimdagen opruimdagje opruimdagjes opruimde opruimden opruimen opruimend opruimende opruimer opruimers opruiming opruimingen opruimingsdienst opruimingsdiensten opruiminkje opruiminkjes opruimt 26 definities gevonden- opruim — w. (In een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruimen.
- opruimactie — n. Geheel van opeenvolgende handelingen om een gebied of ruimte…
- opruimacties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opruimactie.
- opruimdag — n. Dag die men gebruikt om iets weer netjes te maken.
- opruimdagen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opruimdag.
- opruimdagje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opruimdag.
- opruimdagjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opruimdag.
- opruimde — w. (In een bijzin) enkelvoud verleden tijd van opruimen.
- opruimden — w. (In een bijzin) meervoud verleden tijd van opruimen.
- opruimen — w. Overgankelijk iets uit de weg ruimen. — w. Iets uitverkopen. — w. Iets in orde brengen, netjes maken.
- opruimend — w. Onvoltooid deelwoord van opruimen.
- opruimende — w. Verbogen vorm van opruimend, het onvoltooid deelwoord van opruimen.
- opruimer — n. Iemand die iets schoonmaakt door ongewenste materialen of personen… — n. Boor die een gat wijder maakt.
- opruimers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opruimer.
- opruiming — n. (Handel) periode dat een winkel zijn oude voorraden met korting verkoopt. — n. Uitverkoop, solden, koopjes, sale.
- opruimingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opruiming.
- opruimingsdienst — n. (Militair) organisatie die gevaarlijke zaken, zoals explosieven…
- opruimingsdiensten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord opruimingsdienst.
- opruiminkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord opruiming.
- opruiminkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord opruiming.
- opruimt — w. (In een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruimen. — w. (In een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruimen.
| |