Lijst met woorden beginnend met

  Snelle modus

Klik om de achtste letter te kiezen

Klik om de zevende letter te verwijderen

Klik om de woordgrootte te wijzigen
Allemaal alfabetisch  Allemaal op maat  7  8  10  11  12  13  14  15  16  20

Er zijn 25 woorden beginnend met OVERWIN

overwin  ——  overwint  ——  overwinnen  overwinter  ——  overwinnaar  overwinnend  overwinning  overwintert  ——  overwinnaars  overwinnende  overwinterde  overwinteren  ——  overwinningen  overwinninkje  overwinteraar  overwinterden  overwinterend  overwintering  ——  overwinninkjes  overwinteraars  overwinterende  ——  overwinteringen  overwinterinkje  ——  overwinterinkjes  ——  overwinteringsplaats

34 definities gevonden

• overwin — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen. — w. Gebiedende wijs van overwinnen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen.
• overwint — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinnen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwinnen.
• overwinnen — w. Overgankelijk een tegenstander of zwakte onder de knie krijgen. — w. Overgankelijk (verouderd) gewin overhouden, sparen.
• overwinter — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. Gebiedende wijs van overwinteren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren.
• overwinnaar — n. Iemand die in een strijd tegen iets of iemand wint.
• overwinnend — w. Onvoltooid deelwoord van overwinnen.
• overwinning — n. Een zege, triomf.
• overwintert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van overwinteren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van overwinteren.
• overwinnaars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinnaar.
• overwinnende — w. Verbogen vorm van overwinnend, het onvoltooid deelwoord van overwinnen.
• overwinterde — w. Enkelvoud verleden tijd van overwinteren.
• overwinteren — w. Inergatief de winter op een bepaalde plaats doorbrengen.
• overwinningen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinning.
• overwinninkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overwinning.
• overwinteraar — n. Iemand die gedurende de winter in een warmer gebied blijft.
• overwinterden — w. Meervoud verleden tijd van overwinteren.
• overwinterend — w. Onvoltooid deelwoord van overwinteren.
• overwintering — n. Het doorkomen van van het koudste jaargetijde.
• overwinninkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinning.
• overwinteraars — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwinteraar.
• overwinterende — w. Verbogen vorm van overwinterend, het onvoltooid deelwoord van overwinteren.
• overwinteringen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
• overwinterinkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
• overwinterinkjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord overwintering.
• overwinteringsplaats — n. Plaats om te overwinteren.

Zie deze lijst voor:

• Engels WikiWoordenboek: 18 woorden
• Frans WikiWoordenboek: 1 woord
• Spaans WikiWoordenboek: geen woord
• Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
• Duits WikiWoordenboek: geen woord
• Portugees WikiWoordenboek: geen woord

Deze site maakt gebruik van computercookies, klik om meer te weten. Ons privacybeleid. © Ortograf Inc. Website bijgewerkt op 23 juni 2023 (v-2.0.1z). Informatie & Contacten.