|
Lijst met woorden van 4 letters beginnend met Snelle modus Klik om de derde letter te kiezen
Klik om de tweede letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Er zijn 18 woorden van vier letters beginnend met PLplag plak plan plas plat plee plek plet plod plof plog plok plop plot plug pluk plus plu's 46 definities gevonden- plag — n. Een afgestoken zode van een heideveld. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plaggen. — w. Gebiedende wijs van plaggen.
- plak — n. Spul waarmee men kan plakken bijv. behangplak, lijm. — n. (Voeding) afgesneden stuk (schijf) van iets groters. — n. (Sport) (informeel) medaille.
- plan — n. Een voorgenomen handelswijze. — n. Een idee van iets dat men wil gaan doen. — n. Een ontwerp voor een ruimtelijke of economische ordening.
- plas — n. Een verzameling van vocht. — n. Een (door veenafgraving ontstaan) meer. — n. Een enkele afscheiding van urine.
- plat — bijv. Vlak van vorm met verwaarloosbare hoogteverschillen. — bijv. (Figuurlijk) van weinig culturele diepgang getuigend, boers, dialectisch. — bijv. (Informeel) (Jiddisch-Hebreeuws) platgemaakt, omgekocht.
- plee — n. (Informeel), (spreektaal) toilet [1,2], wc.
- plek — n. Plaats, positie. — n. Ruimte die door iets ingenomen wordt of ingenomen kan worden. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plekken.
- plet — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van pletten#gebiedende wijs van pletten.
- plod — n. Vod, lap, stuk textiel. — n. (Figuurlijk) slapjanus, sukkel, iemand die zich laat koesteren. — n. (Figuurlijk) luiaard.
- plof — n. Dof geluid van iets dat valt of van een plotseling ontbrandend… — tuss. Klanknabootsing van het geluid van iets dat valt of van… — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploffen.
- plog — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploggen. — w. Gebiedende wijs van ploggen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ploggen.
- plok — n. Handvol ("pluk"). — n. (Afkorting) plokgeld.
- plop — tuss. Geluid van klein voorwerp dat in het water valt. — tuss. Geluid dat ontstaat als een vacuüm zich ineens met lucht vult. — tuss. (Figuurlijk) om aan te geven dat ineens gebeurt.
- plot — n. Het raamwerk van een verhaal, film, boek etc. — w. Enkelvoud tegenwoordige tijd van plotten#gebiedende wijs van plotten.
- plug — n. (Bouwkunde) cilindertje van kunststof of hout dat in een in… — n. (Techniek) (banaan)stekker. — n. (Werktuigbouwkunde) bout (om een vloeistofvat af te sluiten).
- pluk — n. Uitgetrokken bundeltje. — n. Het plukken. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van plukken.
- plus — voeg. En, daarbij. — voeg. Rekenkundige operatie. — n. (Wiskunde) +: teken voor (optelling van) positieve getallen.
- plu's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plu.
Zie deze lijst voor:
| |