Lijst met woorden van 10 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 24 woorden van tien letters beginnend met PLAKplakbanden plakbandje plakboeken plakboekje plakkaatje plakken␣aan plakken␣vol plakkertje plakletter plakpillen plakranden plakrandje plakselpot plakseltje plaksneeuw plakspanen plakt␣dicht plakten␣aan plakten␣vol plakte␣vast plakte␣wild plakwerken plakwerkje plakzegels 26 definities gevonden- plakbanden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakband.
- plakbandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakband.
- plakboeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakboek.
- plakboekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakboek.
- plakkaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakkaat.
- plakken␣aan — w. Meervoud tegenwoordige tijd van aanplakken.
- plakken␣vol — w. Meervoud tegenwoordige tijd van volplakken.
- plakkertje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakker.
- plakletter — n. Van voorgevormde letter die men op een glad oppervlak kan plakken.
- plakpillen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakpil.
- plakranden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakrand.
- plakrandje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakrand.
- plakselpot — n. Pot waarin plasel (lijm) zit.
- plakseltje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plaksel.
- plaksneeuw — n. (Meteorologie) stevige sneeuw die goed plakt.
- plakspanen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakspaan.
- plakt␣dicht — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van dichtplakken.
- plakten␣aan — w. Meervoud verleden tijd van aanplakken.
- plakten␣vol — w. Meervoud verleden tijd van volplakken.
- plakte␣vast — w. Enkelvoud verleden tijd van vastplakken.
- plakte␣wild — w. Enkelvoud verleden tijd van wildplakken.
- plakwerken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakwerk.
- plakwerkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plakwerk.
- plakzegels — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakzegel.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 5 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|