Lijst met woorden van 9 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 22 woorden van negen letters beginnend met PLAKplakbrief plak␣dicht plaketten plakkaart plakkaten plakken␣af plakkende plakken␣in plakken␣op plakkerig plakkerij plakspaan plakstift plakte␣aan plakten␣af plakten␣in plakten␣op plakte␣vol plakt␣vast plakt␣wild plakzegel plakzoden 30 definities gevonden- plakbrief — n. Openbare kennisgeving door middel van een brief die ergens…
- plak␣dicht — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken. — w. Gebiedende wijs van dichtplakken. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van dichtplakken.
- plaketten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plaket.
- plakkaart — n. Plakkaat.
- plakkaten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakkaat.
- plakken␣af — w. Meervoud tegenwoordige tijd van afplakken.
- plakkende — w. Verbogen vorm van plakkend, het onvoltooid deelwoord van plakken.
- plakken␣in — w. Meervoud tegenwoordige tijd van inplakken.
- plakken␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opplakken.
- plakkerig — bijv. Dat iets onaangenaam kleverig wordt.
- plakkerij — n. Plaats waar men iets met lijm vastmaakt. — n. Dat wat men met lijm heeft vastgemaakt.
- plakspaan — n. Dun plastic of ijzeren ’plankje’ met handvat voor het gelijkstrijken…
- plakstift — n. Een stift voor het aanelkaar lijmen van bijvoorbeeld papier of (dun) karton.
- plakte␣aan — w. Enkelvoud verleden tijd van aanplakken.
- plakten␣af — w. Meervoud verleden tijd van afplakken.
- plakten␣in — w. Meervoud verleden tijd van inplakken.
- plakten␣op — w. Meervoud verleden tijd van opplakken.
- plakte␣vol — w. Enkelvoud verleden tijd van volplakken.
- plakt␣vast — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vastplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van vastplakken.
- plakt␣wild — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wildplakken. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van wildplakken.
- plakzegel — n. Een stukje papier meestal voorzien van een plaklaag dat dient… — n. Een stukje papier meestal voorzien van een plaklaag dat dient…
- plakzoden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plakzode.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: 1 woord
- Frans WikiWoordenboek: geen woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: 2 woorden
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
|