|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 4 5 6 7 8 9 10
Er zijn 25 woorden beginnend met POCHpoch pocheer pocheerde pocheerden pocheert pochen pochend pochende pocher pocheren pocherend pocherende pocherig pocherij pocherijen pochers pochet pochetje pochetjes pochetten pochhans pochhanzen pocht pochte pochten 33 definities gevonden- poch — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pochen. — w. Gebiedende wijs van pochen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pochen.
- pocheer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren. — w. Gebiedende wijs van pocheren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren.
- pocheerde — w. Enkelvoud verleden tijd van pocheren.
- pocheerden — w. Meervoud verleden tijd van pocheren.
- pocheert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pocheren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pocheren.
- pochen — w. Inergatief zichzelf groots voorstellen.
- pochend — w. Onvoltooid deelwoord van pochen.
- pochende — w. Verbogen vorm van pochend, het onvoltooid deelwoord van pochen.
- pocher — n. (Pejoratief) iemand die opschept over zichzelf.
- pocheren — w. (Kookkunst) bereiden in water dat net niet kookt, vooral geschikt…
- pocherend — w. Onvoltooid deelwoord van pocheren.
- pocherende — w. Verbogen vorm van pocherend, het onvoltooid deelwoord van pocheren.
- pocherig — bijv. Een opschepperige, al te trotse en zelfverzekerde manier van doen.
- pocherij — n. Op een te trotse manier zeggen of laten zien hoe goed je wel bent.
- pocherijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pocherij.
- pochers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pocher.
- pochet — n. Vierkant doekje dat men als decoratie draagt in het borstzakje…
- pochetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pochet.
- pochetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pochet.
- pochetten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pochet.
- pochhans — n. (Informeel) iemand die opschept.
- pochhanzen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pochhans.
- pocht — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pochen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pochen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pochen.
- pochte — w. Enkelvoud verleden tijd van pochen.
- pochten — w. Meervoud verleden tijd van pochen.
Zie deze lijst voor:
| |