Lijst met woorden van 12 letters beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 21
Er zijn 19 woorden van twaalf letters beginnend met PLANTplantboortje plantenbakje plantenboter plantenetend planteneters plantengroei plantenkasje plantenmuren plantennamen plantenslijm plantenspuit planten␣voort plantershemd plantkundige plantmachine plantonnetje plantrekkers plantsoentje plantte␣voort 20 definities gevonden- plantboortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plantboor.
- plantenbakje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plantenbak.
- plantenboter — n. (Voeding) plantaardig vet dat kan worden gebruikt in plaats…
- plantenetend — bijv. (Biologie) zijn voedsel verkrijgend door het eten van planten.
- planteneters — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord planteneter.
- plantengroei — n. (Plantkunde) het in omvang toenemen van planten. — n. (Plantkunde) alle aanwezige planten in een bepaald gebied.
- plantenkasje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plantenkas.
- plantenmuren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plantenmuur.
- plantennamen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plantennaam.
- plantenslijm — n. Slijmerige stof die in de zaden van kweeappels, vlas, heemstwortel…
- plantenspuit — n. (Huishouden) (tuinieren) een spuit die een waternevel maakt…
- planten␣voort — w. Meervoud tegenwoordige tijd van voortplanten.
- plantershemd — n. (Kleding) overhemd met korte mouwen en links en rechts borstzakken.
- plantkundige — n. (Beroep) een wetenschapper die de plantkunde beoefent.
- plantmachine — n. (Landbouw) een machine om een bepaald gewas in de grond te planten.
- plantonnetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord planton.
- plantrekkers — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord plantrekker.
- plantsoentje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord plantsoen.
- plantte␣voort — w. Enkelvoud verleden tijd van voortplanten.
Zie deze lijst voor:
|