|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 20 woorden beginnend met PASTOpas␣toe past␣op pastor —— pastoor pastors —— pastoors pastores pastorie pastorij —— pastoraal pastoraat pastortje —— pastoortje pastoraten pastorieën pastorijen pastortjes —— pastoortjes pastorietje —— pastorietjes 25 definities gevonden- pas␣toe — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toepassen. — w. Gebiedende wijs van toepassen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van toepassen.
- past␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van oppassen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van oppassen.
- pastor — n. (Religie) (beroep) zielenherder, zielzorger, pastoor (bij rooms-katholieken)…
- pastoor — n. (Beroep) (religie) een lid van de katholieke geestelijkheid…
- pastors — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastor.
- pastoors — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastoor.
- pastores — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastor.
- pastorie — n. Ambtswoning van een pastoor of predikant.
- pastorij — n. De ambtswoning van een pastoor of predikant.
- pastoraal — bijv. Landelijk, herderlijk. — bijv. (Religie) betrekking hebbend op iemand (vaak de pastoor…
- pastoraat — n. Het krijgen van geestelijke (religieuze) ondersteuning; herderlijke…
- pastortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pastor.
- pastoortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pastoor.
- pastoraten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastoraat.
- pastorieën — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastorie.
- pastorijen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pastorij.
- pastortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pastor.
- pastoortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pastoor.
- pastorietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pastorie.
- pastorietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pastorie.
Zie deze lijst voor:
| |