|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 5 6 7 8 9 10 11 12
Er zijn 19 woorden beginnend met PLUISpluis —— pluist —— pluis␣af pluisde pluisje pluis␣na —— pluisden pluisjes pluist␣af pluist␣na pluis␣uit —— pluisde␣af pluis␣door pluist␣uit —— pluisden␣af pluist␣door —— pluisachtig pluisde␣door —— pluisden␣door 39 definities gevonden- pluis — n. Vlok droge, lichte stof met een open structuur. — n. Droge, lichte stof met een open structuur. — bijv. Zodat het deugt, in orde, naar behoren Het gebruik is beperkt…
- pluist — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pluizen.
- pluis␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen. — w. Gebiedende wijs van afpluizen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen.
- pluisde — w. Enkelvoud verleden tijd van pluizen.
- pluisje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pluis.
- pluis␣na — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen. — w. Gebiedende wijs van napluizen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen.
- pluisden — w. Meervoud verleden tijd van pluizen.
- pluisjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pluis.
- pluist␣af — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van afpluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van afpluizen.
- pluist␣na — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van napluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van napluizen.
- pluis␣uit — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. Gebiedende wijs van uitpluizen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen.
- pluisde␣af — w. Enkelvoud verleden tijd van afpluizen.
- pluis␣door — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen. — w. Gebiedende wijs van doorpluizen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen.
- pluist␣uit — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitpluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van uitpluizen.
- pluisden␣af — w. Meervoud verleden tijd van afpluizen.
- pluist␣door — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorpluizen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorpluizen.
- pluisachtig — bijv. Gelijkend op, of eigenschappen hebbend van pluis.
- pluisde␣door — w. Enkelvoud verleden tijd van doorpluizen.
- pluisden␣door — w. Meervoud verleden tijd van doorpluizen.
| |