Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 8 9 10 11 12 13 14 15
Er zijn 19 woorden beginnend met PRONOpronomen —— pronomina —— prononceer pronostiek —— prononceert prononceren —— prononceerde prononcerend pronostieken pronostiekje pronostikeer —— prononceerden prononcerende pronostiekjes pronostikeert pronostikeren —— pronostikeerde pronostikerend —— pronostikeerden 28 definities gevonden- pronomen — n. (Grammatica) woord dat gebruikt wordt om naar een zelfstandigheid…
- pronomina — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pronomen.
- prononceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. Gebiedende wijs van prononceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren.
- pronostiek — n. Een prognose.
- prononceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van prononceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van prononceren.
- prononceren — w. Uitspreken.
- prononceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van prononceren.
- prononcerend — w. Onvoltooid deelwoord van prononceren.
- pronostieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord pronostiek.
- pronostiekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord pronostiek.
- pronostikeer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronostikeren. — w. Gebiedende wijs van pronostikeren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronostikeren.
- prononceerden — w. Meervoud verleden tijd van prononceren.
- prononcerende — w. Verbogen vorm van prononcerend, het onvoltooid deelwoord van prononceren.
- pronostiekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord pronostiek.
- pronostikeert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronostikeren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van pronostikeren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van pronostikeren.
- pronostikeren — w. Het maken van een voorspelling. — w. Meedoen aan een kansspel waarin men voorspellingen doet over sportuitslagen.
- pronostikeerde — w. Enkelvoud verleden tijd van pronostikeren.
- pronostikerend — w. Onvoltooid deelwoord van pronostikeren.
- pronostikeerden — w. Meervoud verleden tijd van pronostikeren.
Zie deze lijst voor:
|