|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zevende letter te kiezen
Klik om de zesde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 18 19
Er zijn 23 woorden beginnend met PERIODperiode periodeduren periodeduur periodeduurtje periodeduurtjes perioden periodes periodetijd periodetijden periodetijdje periodetijdjes periodetje periodetjes periodiciteit periodiciteiten periodiek periodieken periodieke␣systemen periodiekje periodiekjes periodiek␣systeem periodiek␣systeempje periodisch 26 definities gevonden- periode — n. Bepaald tijdsbestek tussen twee tijdstippen. — n. (Medisch) menstruatie. — n. (Wiskunde) interval waarin een functie zich herhaalt.
- periodeduren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periodeduur.
- periodeduur — n. (Natuurkunde), (elektronica) de lengte van één periode/cyclus…
- periodeduurtje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periodeduur.
- periodeduurtjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periodeduur.
- perioden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periode.
- periodes — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periode.
- periodetijd — n. (Natuurkunde), (elektronica) de lengte van een periode uitgedrukt…
- periodetijden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periodetijd.
- periodetijdje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periodetijd.
- periodetijdjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periodetijd.
- periodetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periode.
- periodetjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periode.
- periodiciteit — n. Eigenschap van periodiek te zijn, periodieke terugkeer.
- periodiciteiten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periodiciteit.
- periodiek — bijv. Periodisch, regelmatig terugkerend. — n. Een regelmatig verschijnend tijdschrift.
- periodieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periodiek.
- periodieke␣systemen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord periodiek systeem.
- periodiekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periodiek.
- periodiekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord periodiek.
- periodiek␣systeem — n. (Scheikunde) in 1869 door Dmitri Ivanovitsj Mendelejev definitief…
- periodiek␣systeempje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord periodiek systeem.
- periodisch — bijv. Betrekking hebbend op een periode.
Zie deze lijst voor:
| |