Lijst met woorden van 8 letters beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Er zijn 24 woorden van acht letters beginnend met RAMramadans ramarkje rametjes rametten ramingen raminnen ramkoers ramkraak rammeide rammeien rammel␣af rammelde rammelen rammenas rammende rammetje Rammetje rampalen rampcafé rampjaar rampokte rampplek ramsjend ramsjten 29 definities gevonden- ramadans — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ramadan.
- ramarkje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ramark.
- rametjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ramet.
- rametten — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ramet.
- ramingen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord raming.
- raminnen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ramin.
- ramkoers — n. (Scheepvaart) op een koers liggen die een aanvaring onvermijdelijk maakt.
- ramkraak — n. Inbraak waarbij criminelen zich met een auto, shovel of ander…
- rammeide — w. Enkelvoud verleden tijd van rammeien.
- rammeien — w. (Militair) met een stormram beuken op een poort.
- rammel␣af — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen. — w. Gebiedende wijs van aframmelen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aframmelen.
- rammelde — w. Enkelvoud verleden tijd van rammelen.
- rammelen — w. Absoluut een geluid voortbrengen of er iets los zit. — w. (Seksualiteit) bronstig zijn of paren. — w. Inergatief een geluid veroorzaken met iets dat los zit.
- rammenas — n. Raphanus sativus (voeding) een zwarte wortelknol die veel op…
- rammende — w. Verbogen vorm van rammend, het onvoltooid deelwoord van rammen.
- rammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ram.
- Rammetje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord Ram.
- rampalen — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rampaal.
- rampcafé — n. (Horeca) café waar een ramp heeft plaatsgevonden; in het bijzonder…
- rampjaar — n. Een jaar waarin allerlei vervelende dingen gebeuren of gebeurd zijn. — n. 1672 is voor Nederland hét Rampjaar.
- rampokte — w. Enkelvoud verleden tijd van rampokken.
- rampplek — n. Plaats waar een ramp is gebeurd.
- ramsjend — w. Onvoltooid deelwoord van ramsjen.
- ramsjten — w. Meervoud verleden tijd van ramsjen.
Zie deze lijst voor:
|