|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vierde letter te kiezen
Klik om de derde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 3 4 5 6 7 8 9 10
Er zijn 24 woorden beginnend met RUWruw ruwaard ruwaards ruwbouw ruwde ruwden ruwden␣op ruwde␣op ruwdoek ruwdoeken ruwdoekje ruwdoekjes ruwen ruwend ruwende ruwen␣op ruwheden ruwheid ruw␣op ruwt ruwte ruwt␣op ruwvoer ruwweg 37 definities gevonden- ruw — bijv. Oneffen, niet glad. — bijv. Grof, onbesuisd. — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruwen.
- ruwaard — n. (Beroep) landvoogd, persoon die bij ontstentenis van de landsheer… — n. (Waterbeheer) zwaar beslagwerk van rijshout om een uitstekende…
- ruwaards — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ruwaard.
- ruwbouw — n. (Bouwkunde) het opbouwen van een bouwwerk, voordat installaties… — n. (Bouwkunde) bouwwerk waarvan de constructie staat, maar dat…
- ruwde — w. Enkelvoud verleden tijd van ruwen.
- ruwden — w. Meervoud verleden tijd van ruwen.
- ruwden␣op — w. Meervoud verleden tijd van opruwen.
- ruwde␣op — w. Enkelvoud verleden tijd van opruwen.
- ruwdoek — n. Wollendweefsel zoals het van het weeftoestel komt en nog tot…
- ruwdoeken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ruwdoek.
- ruwdoekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord ruwdoek.
- ruwdoekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord ruwdoek.
- ruwen — w. Stoffen een pluizig oppervlakte geven. — w. Iets ruw maken.
- ruwend — w. Onvoltooid deelwoord van ruwen.
- ruwende — w. Verbogen vorm van ruwend, het onvoltooid deelwoord van ruwen.
- ruwen␣op — w. Meervoud tegenwoordige tijd van opruwen.
- ruwheden — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord ruwheid.
- ruwheid — n. Het niet prettig in de omgang zijn van een persoon. — n. Het niet glad zijn van een voorwerp.
- ruw␣op — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen. — w. Gebiedende wijs van opruwen. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen.
- ruwt — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ruwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van ruwen.
- ruwte — n. Ruwheid, het niet glad zijn. — n. Een plaats die ruw is.
- ruwt␣op — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opruwen. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van opruwen.
- ruwvoer — n. (Veeteelt) houdbare producten die speciaal voor veevoerdoeleinden…
- ruwweg — bijw. Onprecies, niet verfijnd, maar goed bij benadering.
Zie deze lijst voor:- Engels WikiWoordenboek: geen woord
- Frans WikiWoordenboek: 1 woord
- Spaans WikiWoordenboek: geen woord
- Italiaans WikiWoordenboek: geen woord
- Duits WikiWoordenboek: geen woord
- Portugees WikiWoordenboek: geen woord
| |