Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de vijfde letter te kiezen
Klik om de vierde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Er zijn 24 woorden beginnend met REPLreplay replays replica replicaatje replicaatjes replica's replicatie replicaties replicatietje replicatietjes replicator replicatoren replicators repliceer repliceerde repliceerden repliceert repliceren replicerend replicerende repliek replieken repliekje repliekjes 33 definities gevonden- replay — n. (Sport) opnieuw gespeelde wedstrijd (als de eerste wedstrijd… — n. Herhaling meer in het algemeen.
- replays — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord replay.
- replica — n. Iets wat zo gemaakt is dat het precies overeenkomt met een origineel.
- replicaatje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord replica.
- replicaatjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord replica.
- replica's — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord replica.
- replicatie — n. Het repliceren (het kopiëren). — n. (Medisch) verdubbeling van DNA tijdens celdeling, herhaling…
- replicaties — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord replicatie.
- replicatietje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord replicatie.
- replicatietjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord replicatie.
- replicator — n. (Biochemie) molecuul dat kopieën van zichzelf kan maken. — n. (Sciencefiction) apparaat dat elk gewenst fysiek product maakt. — n. (Effectenhandel) beleggingsfonds dat de strategie van een bekender…
- replicatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord replicator.
- replicators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord replicator.
- repliceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repliceren. — w. Gebiedende wijs van repliceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repliceren.
- repliceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van repliceren.
- repliceerden — w. Meervoud verleden tijd van repliceren.
- repliceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repliceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van repliceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van repliceren.
- repliceren — w. Opnieuw hetzelfde maken. — w. Reageren of antwoorden op wat eerder gezegd of geschreven is…
- replicerend — w. Onvoltooid deelwoord van repliceren.
- replicerende — w. Verbogen vorm van replicerend, het onvoltooid deelwoord van repliceren.
- repliek — n. Een stevig, raak antwoord.
- replieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord repliek.
- repliekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord repliek.
- repliekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord repliek.
Zie deze lijst voor:
|