|
Lijst met woorden beginnend met Snelle modus Klik om de zesde letter te kiezen
Klik om de vijfde letter te verwijderen
Klik om de woordgrootte te wijzigen Allemaal alfabetisch Allemaal op maat 7 9 10 11 12 13 14
Er zijn 16 woorden beginnend met RUBRIrubriek —— rubriceer rubrieken rubriekje —— rubricator rubriceert rubriceren rubriekjes —— rubricators rubriceerde rubricerend —— rubricatoren rubriceerden rubricerende —— rubricatortje —— rubricatortjes 22 definities gevonden- rubriek — n. Deel van een boek, krant of tijdschrift.
- rubriceer — w. Eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. Gebiedende wijs van rubriceren. — w. (Bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren.
- rubrieken — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rubriek.
- rubriekje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rubriek.
- rubricator — n. (Beroep) iemand die rubriceert. — n. (Beroep) tekenaar van beginletters (initialen) in middeleeuwse…
- rubriceert — w. Tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. Derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van rubriceren. — w. (Verouderd) gebiedende wijs meervoud van rubriceren.
- rubriceren — w. Iets of iemand in een rubriek, categorie of klasse onderbrengen… — w. De beginletters (in middeleeuwse handschriften en drukken)…
- rubriekjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rubriek.
- rubricators — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rubricator.
- rubriceerde — w. Enkelvoud verleden tijd van rubriceren.
- rubricerend — w. Onvoltooid deelwoord van rubriceren.
- rubricatoren — n. Meervoud van het zelfstandig naamwoord rubricator.
- rubriceerden — w. Meervoud verleden tijd van rubriceren.
- rubricerende — w. Verbogen vorm van rubricerend, het onvoltooid deelwoord van rubriceren.
- rubricatortje — n. Verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord rubricator.
- rubricatortjes — n. Verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord rubricator.
Zie deze lijst voor:
| |